Waarom de Wet Arbeidsmarkt in Balans vaste contracten aantrekkelijker maakt
28 januari 2020
Sinds 1 januari 2020 is de nieuwe Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB) in werking. Het is een hervorming van de Wet Werk en Zekerheid (WWZ). Met de WAB krijgen personeel en oproepkrachten meer zekerheid op werk en inkomen. Hoe dat precies zit, leggen we uit in deze blog.
Waarom een nieuwe wet?
We beginnen bij het begin, want deze nieuwe wet is er natuurlijk niet zonder reden. De WWZ probeerde de kloof tussen vast en flex te minimaliseren, maar dat bleek niet te werken. De kloof werd alleen maar groter en de arbeidsmarkt raakte uit balans. Werkgevers keken bij het kiezen tussen vast en flexibel personeel naar de kosten en risico’s, in plaats van naar de aard van het werk. Dit leidde ertoe dat steeds meer werknemers, met name jongeren, gedwongen werden om flex te werken. Het was dus hoog tijd voor een nieuwe wet die hier verandering in zou brengen. Er zijn nieuwe maatregelen samengesteld en deze staan in de Wet Arbeidsmarkt in Balans. De nieuwe maatregelen maken het voor werkgevers aantrekkelijke om werknemers in vaste dienst te nemen. Maar wat zijn dan die nieuwe maatregelen waardoor het aantrekkelijker zou zijn voor werkgevers om iemand in vast dienst te nemen? We leggen het uit.
Versoepeling ontslagrecht vaste medewerkers
Ten eerste zijn de strenge voorwaarden voor het ontslaan van vaste werknemers aangepast. Dit was namelijk een van de redenen waarom werkgevers sneller flexwerkers en oproepkrachten inschakelde. De voorwaarden voor het ontslaan van vaste werknemers zijn nu minder streng en vereisen dat men voldoet aan een van de acht gronden voor ontslag.
Meer kosten kwijt aan flexwerk
De tweede maatregel gaat over de flexibiliteit van flexwerk. Om ervoor te zorgen dat werkgevers minder snel voor flexwerkers kiezen, is de ketenregeling verruimd. In drie jaar tijd mag een flexwerker drie aansluitende contracten krijgen. Voorheen kreeg een flexwerkers drie aansluitende contracten in maximaal twee jaar. Voor oproepkrachten gelden ook nieuwe regels. Wanneer zij een nul-uren contract hebben, zijn zij alleen verplicht om te werken als zij minimaal vier dagen van tevoren zijn opgeroepen. Payrollers krijgen dezelfde status als vaste medewerkers. Werkgevers zullen hierdoor meer kosten kwijt zijn.
Lagere WW-premie voor vaste werknemers
De derde maatregel die het voor werkgevers aantrekkelijker maakt om mensen in vaste dienst aan te nemen, heeft betrekking op de WW-premie. Eerder was er sprake van de zogeheten sectorpremie. De hoogte van de WW-premie die je als werkgever moest afdragen werd bepaald door de bedrijfssector waarin je werkzaam was. Deze sectorpremie is komen te vervallen. De WW-premie wordt nu berekend aan de hand van de contractvorm. Op deze manier betalen werkgevers een lagere WW-premie voor werknemers met een vast contract. Voor alle dienstverbanden anders dan het dienstverband voor onbepaalde tijd (en dus ook voor tijdelijke krachten of flexwerkers) betaal je juist een hoge premie.